“Ik leerde om te gaan met wat op mijn pad kwam en er iets van te maken”.
Die positieve instelling wil Charles ook in zijn werk meegeven en dat is de belangrijkste reden waarom hij van figuratief naar abstract schilderen is overgestapt en uiteindelijk een eigen vorm is gaan maken.
“Ik wil geen vastomlijnd kader, maar elke keer een ander verhaal vertellen aan de beschouwer. Een verhaal waar de kijker een blij gevoel van krijgt”.
Na een enerverend jaar op Kreta keert Charles terug naar Nederland. Hier vervult hij verschillende baantjes om in zijn onderhoud te kunnen voorzien, maar vooral om te kunnen blijven schilderen en componeren. Van barkeeper naar kroegbaas en van naar taxichauffeur naar schoonmaker van bankgebouwen. Alles in dienst van de kunst.
Ondanks dat deze baantjes genoeg geld opleveren, vindt Charles hier geen voldoening in. Hij besluit daarom pianolessen te gaan geven, waarvoor hij als autodidact een muziekopleiding heeft gevolgd in de theorie van de muziek.
Muziek blijft immers zijn grootste inspiratiebron. Voor hem is ieder schilderij een verbeelding van muziek. Hij denkt goed na over vorm, compositie, kleur en textuur en zoekt daarbij naar harmonie en melodielijnen uit de muziek en in landschappen. Dat wat je in muziek hoort en je raakt, probeert hij ook in zijn schilderijen over te brengen. “Op een schilderij moet je verliefd worden en dan zal het zijn verhaal aan je vertellen”, aldus Charles.
Dankzij het componeren van grote, abstracte kleurrijke schilderijen en met hulp van het kunstenaarsechtpaar Toth Varju van Galerie De Boog ontwikkelt Charles zich tot een succesvol schilder.
Vanaf de jaren 90 vorige eeuw exposeert Charles veelvuldig. Hij wordt door verschillende galerieën vertegenwoordigd en wordt uitgenodigd door galerieën in Barcelona en Luxemburg. Kroon op zijn expo-werk is een uitnodiging voor de Biënnale in Florence.